logo
navigation bar
half a mandolin ornament

Onderwijs

 

De Napolitaanse mandoline in het onderwijs in België

Gerda Abts geeft les in de volgende muziekacademies van het deeltijds kunstonderwijs: Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans, Gasthuisvest 50 te 2500 Lier, tel. 03 480 45 79, ook in de afdeling Nijlen en Boechout, directeur Geert Hendrix en Dirk Couvent. Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord, Bergenstraat te 2110 Wijnegem (in Schilde), tel. 03/3537541, directeur Jan Valkenborgh. Ze wordt door Elina Markatatou opgevolgd in de Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord, Ploegsebaan 144 te 2930 Brasschaat, en in de afdeling Kapellen, tel. 03 663 09 90, directeur K. Van Loon.

Gerda Abts gaf les als gastprofessor in Koninklijk Conservatorium Antwerpen, Artesis-Plantijn-Hogeschool, waarbij haar studenten hun master-diploma mandoline haalden: Marte De Leeuw, Johan Corrales, Maria Markatatou en Elina Markatatou

De Napolitaanse mandoline in het onderwijs:
speelwijze en instrument

Beluister een audio-voorbeeld van de mandoline in de klassen samenspel: Pink Panther

De mandoline bestaat historisch reeds lang, maar in de academie is het een jong instrument: weinig kinderen kennen het.

Het is dan ook zeer belangrijk dat ze het juist leren. Bij een foutieve speelwijze krijgt men een verschrikkelijke toonvorming. Hierdoor heeft de mandoline in het verleden dikwijls een slechte naam gekregen. Zelfs op plaat en CD zijn er nog weinig mooie muzikale opnamen te koop. Nu de mandoline erkend is geworden, kan daarin verandering komen als de leraars goed opgeleid worden en veel aandacht geven aan de toonvorming en muzikaliteit. De leerling moet een muzikaal voorstellingsvermogen ontwikkelen en de klankvariëteiten van zijn instrument leren kennen.

Om tot goede resultaten te komen heeft men een goed bespeelbaar instrument nodig:
- de mensuur mag niet meer zijn dan 33 cm;
- de toets moet minstens 28 mm breed zijn;
- de snaren mogen niet te ver van de toets liggen: de kracht om 2 metalen snaren in te drukken is reeds groot;
- de afstand tussen de koren moet overal hetzelfde en niet te klein zijn om een gelijkmatig spel te kunnen krijgen: 9 mm aan de kam, en 4 mm aan de brug;
- de afstand tussen de snaren binnen een koor mag niet te groot zijn: namelijk 2 tot 3 mm.

Het plectrum is doorslaggevend voor een goede toonvorming. Een goed plectrum is dus vereist vanaf het begin.

Het moet:
- goed geslepen zijn;
- hard, maar toch een beetje elastisch zijn (best een Rolandplectrum uit kunststof gemaakt). Zachte, slappe plectrums spelen schijnbaar gemakkelijk maar men krijgt geen gevoel actief de toon te beïnvloeden. Bovendien veroorzaken ze veel bijgeluiden zoals krassen en kletteren.

De Napolitaanse mandoline heeft dezelfde kwintstemming (g, d', a', e") als de viool. Hierdoor kunnen naast de originele mandolinestudieboeken en het originele mandoline-repertorium ook technische oefeningen van de viool gebruikt worden.

© Copyright Gerda Abts 1993 - aangepast 2013